Jan Andriesse

is beeldend kunstenaar wiens werk gaat over licht, ruimte en lichtreflectie op het water. Een begenadigd kijker die gefascineerd is door de werking van het licht. Op zijn woonboot kan hij uren achter elkaar naar het lichtspel op het water kijken. Zijn grote abstracte doeken veranderen met het uur van de dag door het telkens wisselende licht. Daglicht en schemering zijn voor Andriesse als zuurstof en ruimte. In zijn werk combineert hij de precisie van een wiskundige met de romantiek van de schilder.

In een schilderij als Regenboog (De Pont) gaan de kleurbanen van de regenboog onmerkbaar in elkaar over en is dan ook niet te zeggen waar de ene kleur overgaat in de andere. Het is gemaakt bij daglicht en moet ook worden gezien in daglicht of bij schemering. Alleen dan geeft het schilderij zich prijs en ervaar je de sensatie van licht en kleur als materie.
Jan Andriesse maakte enkele jaren geleden een tentoonstelling met als titel Schemering, waarin het Hollandse licht in de kunst het eigenlijke onderwerp was.

Daarnaast stelde hij, eveneens voor het Museum Jan Cune in Oss, een prachtige tentoonstelling samen over het werk van Jan Hendrik Weissenbruch die, in zijn ogen, de belangrijkste schilder was van de Haagse School omdat in zijn werk het licht het eigenlijke hart is.
Andriesse was degene die op het spoor kwam van de stelling van Beuys over het Hollandse licht. Om zeker te zijn wat Beuys precies had gezegd heeft hij gesproken met een van zijn leerlingen, die aanwezig was bij de groepsdiscussie waar Beuys de uitspraken deed.

Pratend over de Hollandse visuele traditie ziet hij een direct verband tussen wetenschap en kunst vanaf de 17de eeuw. Wetenschappers als Marcel Minnaert, Vincent Icke en Ad Lagendijk (die als eerste ter wereld een lichtdeeltje wist te vangen) staan in zijn ogen in de traditie van mensen als Christiaan Huygens, Descartes, Van Leeuwenhoek en Spinoza. Mensen, zo zegt hij, die eerst kijken en dan denken. Dat het water een essentiële rol speelt voor het specifieke karakter van het Hollandse licht is voor Andriesse een uitgemaakte zaak. Het gaat volgens hem om de voortdurende verandering. Verandering maakt je bewust. En dat bewustzijn hebben de schilders verankerd in hun verf.

In memoriam

Jan Andriesse (Jakarta, 15.08.1950 – Amsterdam, 19.08.2021) wordt algemeen gezien als een van de sleutelfiguren in de hedendaagse schilderkunst; de schilder van het licht, de regenboog, de zwaartekracht, de kettingboog, waterstudies en de gulden snede. Toch doet die omschrijving hem tekort. Andriesse dacht en werkte als een kunstenaar uit de renaissance, verdiepte zich in natuurkundige verschijnselen en de wiskunde, was groot kenner van de literatuur, de kunstgeschiedenis en architectuur. Een universeel mens die het liefst anoniem was gebleven. Hij was ook curator van tentoonstellingen, bedenker en maker van films en auteur. De scheiding tussen kunstenaars en wetenschappers vond hij onzinnig. Voor hem was de driehoek van Keppler net zo mooi als een goed werk van Mondriaan of Vermeer, de volle maan boven de Amstel, het lichtspel op het water van de Amstel of de Torontobrug die hij een libelle in beton noemde. Het was voormalig directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam Edy de Wilde die het researchteam van Hollands Licht adviseerde contact te zoeken met de in Amsterdam op een woonboot wonende kunstenaar. Zonder zijn inhoudelijke medewerking, zowel als adviseur als één van de deskundigen in de documentaire, was de film Hollands Licht ondenkbaar geweest. Met het overlijden van Jan Andriesse verliezen we een groot kunstenaar en een dierbare vriend.

Voor meer informatie over Jan Andriesse kunt u de volgende links volgen:

Jan Andriesse in De Pont
NRC Handelsblad: als schilder en als mens ongevoelig voor trends
Het Parool: Jan Andriesse (1950-2021) omarmde de zinloosheid van de schilderkunst
Hollandse meesters in de 21ste eeuw